Master Kunst- & Cultuurwetenschappen - PDF Free Download (2023)

UNIVERSITEIT MAASTRICHT FACULTEIT DER CULTUUR- EN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen track Kunst, Literatuur en Samenleving & Politiek en Samenleving Onderwijs- en examenregeling & Regels en Richtlijnen

Academisch jaar 2013/14

Index

Paginanummer

Inleiding 1.

Onderwijs- en examenregeling Paragraaf 1 Paragraaf 2 Paragraaf 3 Paragraaf 4 Paragraaf 5 Paragraaf 6

2.

2

3

Algemene bepalingen Opbouw van de opleiding Tentamens en examens Toelating Studiebegeleiding Overgangs- en slotbepalingen

Rules and Regulations

3-12 3 5 7 10 12 12

13-16

Bijlage I

Reglement stage

17

Bijlage II

Reglement scriptie

18

Bijlage III

Assessment written assignemnts

19

Bijlage IV

Reglement van orde bij toetsen

(Video) DevOps In 5 Minutes | What Is DevOps?| DevOps Explained | DevOps Tutorial For Beginners |Simplilearn

20

Bijlage V

Het “Schakeljaar”

21

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Inleiding De masteropleiding Kunst- & Cultuurwetenschappen bestaat uit drie tracks: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’, en ‘Kunst, Cultuur en Erfgoed’. De eerste twee tracks ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’ van deze master zijn een doorstroommaster; de derde track ‘Kunst, Cultuur en Erfgoed’ is een selectieve masteropleiding. Om onderscheid te maken tussen enerzijds de doorstroomtracks ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ (KLS) en ‘Politiek en Samenleving’ (PS), en anderzijds de selectieve track ‘Kunst, Cultuur en Erfgoed’, wordt de Onderwijs- en Examenregeling van de Master Kunsten Cultuurwetenschappen in twee aparte documenten weergegeven. Dit boekje betreft de regeling voor de doorstroomtracks ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ (KLS) en ‘Politiek en Samenleving’ (PS); regeling voor de selectieve track ‘Kunst, Cultuur en Erfgoed’ wordt in een apart document gepresenteerd.

1. Onderwijs- en Examenregeling Onderwijs- en Examenregeling van de masteropleiding Kunst- & Cultuurwetenschappen: tracks ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’, verder te noemen de opleiding. De regeling is vastgesteld door het bestuur van de faculteit na verkregen advies van de opleidingscommissie en na verkregen instemming c.q. gehoord de faculteitsraad, en geldt met ingang van 1 september 2013 voor het academisch jaar 2013/14. Paragraaf 1

Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de opleiding. De opleiding wordt verzorgd door de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen, verder te noemen: de faculteit. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek; b. student: hij/zij die is ingeschreven aan de masteropleiding voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens, en die in overeenstemming met artikel 7.34 lid 1 sub b van de Wet gerechtigd is deel te nemen aan de tentamens en examens van de opleiding waarvoor hij/zij ingeschreven is; c. studiejaar: de periode van 1 september van een kalenderjaar tot en met 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar, bestaande uit 2 semesters; d. semester: deel van het studiejaar, het eerste beginnend op 1 september en eindigend eind januari/begin februari daaropvolgend, het tweede beginnend direct na afloop van het eerste en eindigend op 31 augustus; e. opleiding: de masteropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling; f. blok: een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in de wet; g. practicum: de oefening als bedoeld in artikel 7.13 van de wet in de vorm van: bibliotheektechnieken, academisch schrijven, presentatievaardigheden, interviewtraining, participantobservatie, kwantitatieve analyse, historische analyse, retorische analyse; h. module: een onderwijsonderdeel van het programma (bijvoorbeeld blok, practicum en schriftelijk werkstuk);. i. docent-studentbeoordeling: een beoordeling door de docent op basis van aanwezigheid, participatie en inhoudelijke inbreng tijdens de onderwijsgroepsbijeenkomsten; j. tentamen: een onderdeel van het examen als bedoeld in artikel 7.10 van de wet; 3

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

k. l. m. n. o. p. q. r.

s. t. u.

studiepunt: eenheid uitgedrukt in ECTS, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 studie; examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding; examinator: de door de Examencommissie aangewezen persoon die belast is met het afnemen van de tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan; Examencommissie: de Examencommissie als bedoeld in artikel 7.12 van de wet; College van Beroep: het College van Beroep voor de Examens als bedoeld in artikel 7.60 van de wet; Faculteitsbestuur: het bestuur van de faculteit als bedoeld in artikel 9.12 van de wet; UM: Maastricht University (Universiteit Maastricht); regels en richtlijnen: de door de Examencommissie vastgestelde regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens, respectievelijk de richtlijnen met betrekking tot het beoordelen van de afgelegde tentamens en het vaststellen van de uitslag van de tentamens en de examens als bedoeld in artikel 7.12 van de wet. een student heeft altijd minimaal twee inschrijvingen: een voor zijn master programma, en een voor de opleiding “extracurricular courses”; het Faculteitsbestuur, de Examencommissie en de examinatoren kunnen bij het onderwijs en de examinering gebruik maken van internet en email; Email communicatie met ingeschreven studenten vindt via het UM e-mail adres; ingeval van papieren correspondentie gebruikt de UM het correspondentieadres zoals door de student in Studielink aangegeven,, bij ontbreken daarvan het standaardadres.

Artikel 1.3 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is studenten het gereedschap te bieden dat hun in staat stelt debatten over kunst, cultuur, politiek en samenleving te analyseren, en om inzicht te krijgen in de uiteenlopende manieren waarop cultuurwetenschappers zich in de samenleving engageren. Studenten binnen de track Kunst, Literatuur en Samenleving (KLS) kunnen kiezen voor de optie Artistic Research (AR). In de reguliere opleiding KLS ligt de nadruk op debatten over kunst, literatuur, filosofie en cultuur in engere zin, over kwesties als: hoe interveniëren schrijvers in maatschappelijke en politieke kwesties? Wat is de plaats en functie van beeldende kunst in de publieke ruimte? Wie bepaalt wat hoge cultuur is? Welke bijdrage leveren filosofen aan het publieke debat? Door te kiezen voor AR wordt artistieke studenten een academische omgeving geboden waarin zij de reflexieve vaardigheden opdoen die ze in staat stelt om hun artistieke werk te ontwikkelen tot een vorm van onderzoek. Binnen de track Politiek en Samenleving gaat de aandacht uit naar controverses over politiek en cultuur, over multiculturalisme en nationale cultuur, over politieke cultuur en culturele herinnering. De hedendaagse debatten over cultuur worden in de opleiding geanalyseerd met een tweeledig doel. Allereerst verwerven studenten kennis van een aantal van de belangrijkste culturele en politieke vraagstukken van dit moment. En ten tweede krijgen zij inzicht in de rol van cultuurwetenschappers in de hedendaagse samenleving. Cultuurwetenschappers zijn werkzaam als publicist, criticus, wetenschappelijk onderzoeker, commentator, kunstenaar die geïnteresseerd is in onderzoek en experimenten, lid van een (politieke) denktank, adviesraad, wetenschappelijk bureau of historische onderzoekscommissie, als lobbyist, beleidsambtenaar, journalist, museummedewerker, docent, enzovoort. In de master komen de kenmerken die deze cultuurwetenschappers gemeenschappelijk hebben aan de orde. Welke bijdrage leveren cultuurwetenschappers aan de samenleving? De opleiding biedt uitdrukkelijk geen beroepsopleiding voor cultuurwetenschappers, omdat daarvoor het beroepsbeeld te divers is. Wel beoogt de master de professionele rollen van cultuurwetenschappers in de hedendaagse samenleving te analyseren en een bijdrage te leveren aan de voorbereiding van studenten op deze rollen. Artikel 1.4 Vorm van de opleiding De opleiding start een keer per jaar in september en is een voltijds programma.

4

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Paragraaf 2

Opbouw van de opleiding

Artikel 2.1 Studielast De opleiding heeft een studielast van 60 studiepunten, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren. Artikel 2.2 Programma Het programma bestaat uit 6 modules (4 van 8 weken, 2 van 4 weken). Artikel 2.3 Samenstelling programma De opleiding bestaat uit de volgende modules en omvat in totaal 60 studiepunten. De programma’s van de master ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ (KLS) en ‘Politiek en Samenleving’(PS) worden (deels) samengevoegd in de modules A en C. In module B en in het tweede semester worden deze programma’s KLS en PS opgesplitst en werken de studenten in separate tracks. KLS Module A 8 weken 12 ects Module B 8 weeks 12 ects Module C 4 weeks (January) 3 ects Skills C 4 weeks (January) 3 ects Module D 4 weeks (February) 3 ects Skills D 4 weeks (February) 3 ects

PS Maak het nieuw!

Module 1: B1 Kunstwerelden

Module 1: B2 De nieuwe politiek

Module 2: C1 Theorieën en methoden

Module 2: C2 Theorieën en methoden

Skills C Het schrijven van een bespreking

Module 3: D1 Herinnering en performativiteit als culturele praktijken Skills D Scriptievoorstel of Stagevoorstel en Stagescriptievoorstel Scriptie Module E of 16 weeks (March-April-May-first two Stage (stageverslag en stagescriptie) weeks of June) 24 ects

Module 3: D2 Politiek leiderschap

(Video) The extraordinary final test to become a Shaolin Master | Sacred Wonders - BBC

Skills D Scriptievoorstel of Stagevoorstel en Stagescriptievoorstel Scriptie of Stage (stageverslag stagescriptie)

en

Module A: Maak het nieuw! Problemen van culturele (re)productie (8 weken, 12 studiepunten) Deze gezamenlijke module geeft inzicht in de verschillende wijzen waarop cultuurwetenschappers actief zijn in de samenleving, tegen de achtergrond van belangrijke verschuivingen in de ‘kennissamenleving’, de ‘creatieve samenleving’ en de ‘samenleving van burgers’. 5

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Kunst, Literatuur en Samenleving Module B1: Kunstwerelden. Actuele praktijken en debatten in kunst en literatuur (8 weken, 12 studiepunten) Het doel van deze module is om kritisch te reflecteren op de huidige ‘kunstwerelden’. Het centrale thema van de module is de unieke hybridisering en technologisering van zowel artistieke productie als consumptie. Politiek en samenleving Module B2: De nieuwe politiek. Media, intellectuelen en de opkomst van culturele conflicten rond de eeuwwisseling (8 weken, 12 studiepunten) Het centrale thema van deze module is hoe cultuur sinds de jaren negentig van de vorige eeuw een bron van zorg en conflicten is geworden in de nationale en internationale politieke arena. Kunst, Literatuur en Samenleving Module C1: Theorieën en methoden (4 weken, 3 studiepunten) Het doel van deze module is studenten een introductie te geven in de meest relevante theorieën en methoden op het gebied van kunst, literatuur en samenleving. Politiek en samenleving Module C2: Theorieën en methoden (4 weken, 3 studiepunten). Het doel van deze module is studenten een introductie te geven in de meest relevante theorieën en methoden op het gebied van politiek en samenleving. Skills C: Het schrijven van een bespreking (4 weken, 3 studiepunten) In deze module schrijven studenten een review over een nieuw boek, een tentoonstelling of een (documentaire) film. Kunst, Literatuur en Samenleving Module D1: Herinnering en performativiteit als culturele praktijken (4 weken, 3 studiepunten). Introductie in het performatieve keerpunt in de geesteswetenschappen. In deze module worden de klassieke en culturele theorieën van performativiteit behandeld. Politiek en samenleving Module D2: Politiek leiderschap (4 weken, 3 studiepunten) Studenten krijgen een inleiding in theorieën over politiek leiderschap en leiderschapsanalyse. Kunst, Literatuur en Samenleving Skills D1: Scriptievoorstel of Stagevoorstel en Stagescriptievoorstel (4 weken, 3 studiepunten) In deze module bereiden studenten zich voor op module E door het schrijven van een scriptievoorstel, of een stagevoorstel en een stagescriptievoorstel. Politiek en samenleving Skills D2: Scriptievoorstel of Stagevoorstel en Stagescriptievoorstel (4 weken, 3 studiepunten) In deze module bereiden studenten zich voor op module E door het schrijven van een scriptievoorstel, of een stagevoorstel en een stagescriptievoorstel. Kunst, Literatuur en Samenleving Module E1: Scriptie OF Stage + Stageverslag en Stagescriptie (12 weken, 24 studiepunten) Studenten schrijven hun scriptie (minimaal 25.000 woorden), of werken aan hun stage bij hun stage-instelling en schrijven een stageverslag en een stagescriptie (minimaal 12.500 woorden). In deze module komen de studenten en de coördinator in tweewekelijkse bijeenkomsten bij elkaar en discussiëren over de voortgang van het werk. 6

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Politiek en samenleving Module E2: Scriptie OF Stage + Stageverslag en Stagescriptie (12 weken, 24 studiepunten) Studenten schrijven hun scriptie (minimaal 25.000 woorden), of werken aan hun stage bij hun stage-instelling en schrijven een stageverslag en een stagescriptie (minimaal 12.500 woorden). In deze module komen de studenten en de coördinator in tweewekelijkse bijeenkomsten bij elkaar en discussiëren over de voortgang van het werk. Artikel 2.4 Het examen Het examen beslaat 60 studiepunten en bestaat uit het met voldoende resultaat behalen van de onderstaande onderdelen: - de twee tentamens van de modules A en B, inclusief actieve participatie (totaal 24 studiepunten); - de twee tentamens van de modules C en D (totaal 12 studiepunten); - de tentamens van module E, bestaande uit: o de scriptie (24 studiepunten) o een stage (waarover verslag wordt gedaan in een stageverslag van 16 studiepunten) en een stagescriptie (8 studiepunten), waarvan de cijfers niet worden gemiddeld: zowel stageverslag als stagescriptie dienen beide met een cijfer van minimaal 6 te worden afgerond (totaal 24 studiepunten). Artikel 2.5 Voertaal Het onderwijs en de tentaminering vinden plaats in het Nederlands en het Engels. Indien in de specialisatiemodules van KLS of PS minder dan 15 studenten zijn, wordt een groep gevormd (met de Engelstalige tracks ALS c.q. PS) waarbij het onderwijs in het Engels zal plaatshebben. In dit geval schrijven de studenten in de Nederlandstalige master KLS en PS hun werkstukken echter alle in het Nederlands. Paragraaf 3

Tentamens en examens

Artikel 3.1 Verplichte volgorde onderdelen Aan de toetsing van de modules D en E kan eerst worden deelgenomen nadat aan de toetsing van de modules A en B met goed gevolg is deelgenomen. Artikel 3.2 Examinator en tentaminering en herkansing 1. De examinator van een tentamen wordt door de Examencommissie aangewezen. In de regel is dat de coördinator van de desbetreffende onderwijsactiviteit. 2. Een tentamen van een module heeft betrekking op de onderwerpen die in het onderwijs van dat betreffende blok aan de orde zijn gesteld. 3. Toets- en herkansingsdata worden aangekondigd in de kalender/het rooster. De kalender en verdere details over toetsing (inschrijving, plaats en tijd) worden gepubliceerd op FASoS Intranet. 4. Wijziging van een toets- of herkansingsdatum wordt uiterlijk acht weken voor de oorspronkelijke toetsdatum bekend gemaakt. Artikel 3.3 Vorm 1. De tentamens worden afgenomen op de wijze als bedoeld in de artikelen 3.2, 3.4, 3.5 en 3.7 2. Op verzoek van een student kan de Examencommissie bepalen dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiebeperking wordt op aanvraag bij de Examencommissie de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele functiebeperking aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 7

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Artikel 3.4 Tentamen van een module 1. Tot het afleggen van tentamens wordt tweemaal per jaar op een door de examencommissie te bepalen tijdstippen de gelegenheid gegeven: eenmaal tijdens danwel direct na afloop van de blokperiode (de toets), en eenmaal in de loop van het studiejaar (de herkansing). 2. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten tot het afnemen van een tentamen op een ander moment dan de ingevolge het eerste lid vastgelegde gelegenheden. 3. Een student is ingeschreven voor modules inclusief de eerste toetskans. Indien de student niet deelneemt aan de toets van een module, of zijn laatste werk (scriptie of stage-/projectverslag en reflexief verslag) niet voor de eerste deadline inlevert, ontvangt hij/zij hiervoor een No Grade die een Cum Laude afstuderen onmogelijk maakt. 4. Tentamens worden in beginsel schriftelijk afgenomen. Onder schriftelijk afleggen wordt mede verstaan het afleggen van een tentamen per computer. De examinator kan wegens het geringe aantal studenten of de aard of inhoud van een module bepalen dat een tentamen mondeling wordt afgenomen of dat een tentamen (mede) uit een of meer, al dan niet mondeling toe te lichten schriftelijke werkstukken bestaat. Hiervan doet de examinator uiterlijk twee weken voorafgaand aan de geplande tentamendatum mededeling. 5. Het tentamen wordt beoordeeld met een cijfer (van 1 tot 10 conform de Nederlandse 10punts schaal) danwel met een excellent/voldoende/onvoldoende beoordeling. Voor meer informatie over de Nederlandse cijfersystematiek: zie FASoS Intranet. Artikel 3.5 Mondelinge tentamens 1. Bij een mondeling tentamen wordt niet méér dan een persoon tegelijk getentamineerd. 2. De Examencommissie kan op een gemotiveerd verzoek van de examinator van het betreffende tentamen en/of van de te examineren student besluiten om af te wijken van het bepaalde in lid 1. Artikel 3.6 Actieve participatie Actieve participatie in onderwijsactiviteiten ter voorbereiding op tentamens, conform de door de Examencommissie vast te stellen beoordelingscriteria (zie art.4 Regels en Richtlijnen), is een onderdeel bij de vaststelling van het eindcijfer voor de modules (zoals beschreven in art. 2.4). Artikel 3.7 Final Work van het programma: Scriptie of Stage Het ‘final work’ van het programma bestaat uit een scriptie of een stage. Artikel 3.7.1 Scriptie De scriptie wordt beoordeeld door twee facultaire examinatoren. Zie appendix II, Regels en Richtijnen. Artikel 3.7.2 Stage De stage resulteert in een stageverslag en in een stagescriptie, beide worden beoordeeld door twee facultaire examinatoren. De stagescriptie is een geschreven werk dat conceptueel verbonden is met de stage en waarin de thema’s en problemen die in module A en B zijn behandeld worden betrokken. Zie bijlage I, Regels en Richtijnen. Artikel 3.8 Geldigheidsduur 1. De behaalde tentamens hebben een geldigheidsduur van zes jaar. 2. De Examencommissie kan op verzoek van de student(e) de geldigheidsduur van een gehaald tentamen verlengen met een door haar te bepalen termijn. In afwijking hiervan kan de Examencommissie voor een tentamen dat langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend danwel een vervangend tentamen of tentamenonderdeel opleggen. 3. Deelresultaten van een module behouden hun geldigheid gedurende het haar waarin ze zijn behaald (t) en het jaar erna (t+1). Indien een student er na twee jaar niet in geslaagd 8

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

is een module met een voldoende eindresultaat af te ronden, zijn deze deelresultaten niet langer geldig. Artikel 3.9 Vaststelling en bekendmaking uitslag 1. Binnen vijftien werkdagen na de dag waarop een tentamen is afgelegd, wordt de uitslag door de examinator vastgesteld en door het Bureau Onderwijs bekendgemaakt en wordt de student gewezen op het inzagerecht als bedoeld in artikel 3.10 en op de beroepsmogelijkheid als bedoeld in artikel 3.11. 2. De examinatoren stellen na het afnemen van een mondeling tentamen nog dezelfde dag de uitslag vast en delen deze schriftelijk mee aan de student. Artikel 3.10 Inzagerecht 1. Uiterlijk binnen een termijn van 10 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen, waaronder mede wordt begrepen een computertentamen, krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. 2. Uiterlijk binnen de in lid 1 genoemde termijn krijgt elke belangstellende op zijn verzoek inzage in de vragen en opdrachten van het schriftelijk afgenomen tentamen en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. Bij de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen wordt aangegeven op welke wijze inzage kan worden verkregen. Artikel 3.11 Beroepsgang 1. Binnen twee weken na het verstrijken van de inzagetermijn kunnen bedenkingen tegen de uitslag worden ingediend bij de Examencommissie van de faculteit. 2. Bij bekendmaking van het besluit van de examinator en de Examencommissie aan de student wordt de student gewezen op de mogelijkheid van het indienen van beroep bij het College van Beroep voor de Examens binnen zes weken na bekendmaking van het besluit. Artikel 3.12 Vrijstelling De Examencommissie kan de student op diens verzoek vrijstelling verlenen van het afleggen van een tentamen, indien de student tot genoegen van de Examencommissie schriftelijk aantoont dat hij reeds eerder: 1. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig tentamen van een universitaire of beroepsopleiding met goed gevolg heeft afgelegd; 2. hetzij aantoont door werk – c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende tentamen. 3. De Examencommissie verleent geen vrijstelling op grond van tentamens die door een student zijn behaald buiten de opleiding in de periode waarin de student door de Examencommissie was uitgesloten van deelname aan tentamens van de opleiding als gevolg van fraude. Artikel 3.13 Fraude 1. Onder fraude, waaronder ook plagiaat wordt begrepen, wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn of haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. 2. Onder plagiaat wordt verstaan de presentatie van ideeën of woorden uit eigen of andermans bronnen, zonder correcte bronvermelding. 3. Indien de Examencommissie vaststelt dat een student bij een tentamen fraude heeft gepleegd, kan de Examencommissie passende maatregelen opleggen. 4. De Examencommissie kan in ernstige gevallen van fraude het College van Bestuur voorstellen om de inschrijving van de betrokken student(en) voor de opleiding definitief te beëindigen. 5. In de Regels en Richtlijnen (RR) wordt nader uitgewerkt wat onder fraude wordt verstaan en welke maatregelen de Examencommissie kan opleggen.

9

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Artikel 3.14 Examen 1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student alle tentamens van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis en/of vaardigheden van de student met betrekking tot een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven (confrom artikel 7.10 sub1 van de Wet). 3. Indien de student zijn afstuderen wil uitstellen dient hij hiertoe een verzoek bij de Examencommissie in te dienen voordat hij de laatste toetsen aflegt (zie artikel 32, lid 4). Artikel 3.15 Graad; getuigschrift 1. Aan diegene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad ‘Master of Arts’ verleend. 2. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt, nadat door of namens het College van Bestuur van de UM is verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Het getuigschrift is gebaseerd op het model dat het College van bestuur van de UM heeft vastgesteld. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. 3. Op het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd examen wordt vermeld: a. de naam van de instelling, b. de naam van de opleiding, c. de onderdelen van et examen, d. de verleende graad, e. de datum waarop de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd danwel de toets nieuwe opleiding heeft ondergaan. 4. Degene die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan onder opgave va reden de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 5. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter van de Examencommissie en de decaan van de faculteit. 6. De uitreiking van het getuigschrift geschiedt in het openbaar, tenzij de Examencommissie in bijzondere gevallen anders bepaalt. 7. Bij het getuigschrift wordt een lijst examenonderdelen gevoegd. 8. Bij het getuigschrift voegt de Examencommissie een diplomasupplement toe zoals bedoeld in artikel 7.11, lid 4 van de wet, dat gebaseerd is op het door het College van Bestuur van de UM vastgesteld model, dat voldoet aan het overeengekomen Europese standaardformaat. 9. De Examencommissie kan het judicium ‘Cum Laude’ verlenen overeenkomstig het bepaalde in de Regels en Richtlijnen. Paragraaf 4

Toelating

Artikel 4.1 Toelating Tot de opleiding worden toegelaten: a. degenen aan wie een graad is verleend van de bachelor Cultuurwetenschappen van de FdCMW van Universiteit Maastricht. OF b. degenen aan wie een graad is verleend van een relevante HBO bachelor, toegelaten is tot het schakelprogramma (zie bijlage VI Regels en Richtlijnen) en dat met goed gevolg heeft afgelegd OF c. degenen die voldoen aan de in artikel 4.2 bedoelde eisen, en aan wie een bewijs van toelating wordt verstrekt. Artikel 4.2 Selectieve toelaatbaarheid Een bewijs van toelating zoals aangegeven in 4.1.c wordt verstrekt als: 10

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

A. Betrokkenen tenminste voldoen aan de volgende eisen: o In het bezit zijn van een relevante academische vooropleiding (zoals een academisch bachelordiploma op het terrein van filosofie, letteren of sociale wetenschappen) of van een equivalent opleidingsniveau of werkervaring. o Kandidaten uit een niet-Nederlandstalig land dienen te voldoen aan de zogeheten NT2 toets (the national exam in Dutch as a second language). Omdat er een deel van het onderwijs of lesmateriaal ook in het Engels aangeboden kan worden, is een goede beheersing van het Engels aanbevolen. Kandidaten uit een niet-Engelstalig land die zich aanmelden voor de Engelstalige stroom van de opleiding dienen te voldoen aan de zogeheten proof of proficiency in the English language (zie corresponderend artikel in de Teaching and Examination Regulations of the Master Arts & Culture: track Art, Literature and Society & track Politics and Society). o Zij overleggen een brief waarin zij hun keuze voor de opleiding nader motiveren. B. Het maximale aantal studenten dat op basis van selectie kan deelnemen aan de opleiding niet wordt overschreden. C. Betrokkene geselecteerd is en geprioriteerd door de toelatingscommissie op basis van kwaliteit en geschiktheid. Artikel 4.3 Capaciteitsbeperking 1. De decaan doet tenminste twee maanden voor de in art. 4.5 genoemde sluitingsdatum 2. een voorstel aan het College van Bestuur voor het maximum aantal studenten, dat op basis van selectie zal worden toegelaten tot de opleiding. 3. De toelatingscommissie brengt een rangorde aan tussen de ingediende verzoeken van de toelaatbare kandidaten als bedoeld in artikel 4.2. Artikel 4.4 Toelatingscommissie 1. De beoordeling van de toelaatbaarheid en het verstrekken van het bewijs van toelating tot de opleiding is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding. 2. De leden van de toelatingscommissie worden benoemd door de decaan, in principe voor een periode van twee jaar, na advies van de coördinator van de opleiding. 3. De opleidingscoördinator van de opleiding is altijd lid van de toelatingscommissie. Artikel 4.5 Tijdstippen toelatingsonderzoek 1. Het toelatingsonderzoek vindt eenmaal per jaar plaats. 2. Een verzoek tot toelating van een opleiding wordt voor de betreffende deadline ingediend bij de toelatingscommissie. Voor niet-EU/EER studenten uit visumplichtige landen geldt een deadline van 1 april; voor EU/EER studenten en voor niet-EU/EER studenten uit niet-visumplichtige landen geldt een deadline van 1 juni. 3. De deadline voor verzoeken tot toelating voor studenten van de Bachelor in Cultuurwetenschappen zoals genoemd in artikel 4.1a en in artikel 4.2, is gesteld op 1 september. 4. De toelatingscommissie kan in bijzondere gevallen een na de in het tweede lid genoemde sluitingsdatum ingediend verzoek in behandeling nemen. 5. De toelatingscommissie beslist voor 15 april (voor aanmeldingen voor de 1 april deadline) of 15 juni (voor aanmeldingen voor de 1 juni deadline) over het verzoek. 6. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in artikel 4.2 gestelde eisen t.a.v. kennis, inzicht en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen.

11

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Paragraaf 5

Studiebegeleiding

Artikel 5.1 Studievoortgangsadministratie 1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2. Zij verschaft elke student tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. Artikel 5.2 Studiebegeleiding De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven. Paragraaf 6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6.1 Overgangsregeling In principe leggen studenten een examen af volgens de Onderwijs- en Examenregeling die van kracht is op het moment dat zij aan het eerste onderdeel van het desbetreffende examen beginnen. Artikel 6.2 Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, na advies van de opleidingscommissie en na verkregen instemming c.q. gehoord de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op een beslissing die krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 6.3 Bekendmaking 1. Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de Examenncommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken, ondermeer door opneming op FASoS Intranet. 2. Elke belanghebbende kan bij het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 6.4 Onvoorziene gevallen 1. In die gevallen waarin deze regeling niet voorziet, of niet duidelijk voorziet, wordt door of namen het Faculteitsbestuur beslist beslist, na de Examencommissie te hebben gehoord. 2. De Examencommissie is bevoegd in individuele gevallen waarin toepassing van de Onderwijs- en Examenregeling met uitzondering van de regels rondom het studieadvies tot kennelijk onredelijke uitkomsten leidt, ten gunste van de student af te wijken van de vastgestelde regeling. Artikel 6.5 Inwerkingtreding Deze gewijzigde regeling treedt in werking op 1 september 2013 en geldt voor het studiejaar 2013/14. Paragraaf 4 “Toelating” treedt in werking op 1 april 2013.

(Video) GPT-4 has been unleashed

12

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

2. Regels en Richtlijnen Regels en Richtlijnen als bedoeld in artikel 7.12.4 WHW vastgesteld door de Examencommissie van de masteropleiding Kunst- & Cultuurwetenschappen, track ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en track ‘Politiek en Samenleving’ voor het studiejaar 2013/14. Artikel 1 Examen De Examencommissie treedt op als commissie ten behoeve van het afnemen van het master examen Artikel 2 Master examen De studielast van het master examen bedraagt 60 studiepunten. Artikel 3 Vorm 1. Een examen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. 2. De vragen en opgaven zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de examenstof. 3. De duur van de examenonderdelen die schriftelijk worden afgenomen is zodanig dat de student, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd heeft deze af te leggen. 4. De examenonderdelen die schriftelijk worden afgenomen worden door de student onder vermelding van studentnummer bij de Examencommissie ingeleverd. Artikel 4 Actieve participatie Een actieve participatie betekent dat de student voldoende heeft geparticipeerd in onderwijsactiviteiten ter voorbereiding op de tentamens. Deze beoordeling bestaat uit diverse aspecten die relevant worden geacht voor effectieve onderwijsgroepsbijeenkomsten (zoals deelnemen aan discussies, het stellen van verklaren vragen) zoals aan het begin van de modules zal worden uiteengezet. Artikel 5 Schriftelijk werkstukken Elk schriftelijk werkstuk (incl. scriptie en stage-/projectverslag) dient elektronisch ingeleverd te worden. Indien een student een werkstuk niet elektronisch inlevert, wordt het niet beoordeeld en zal geen cijfer toegekend worden. Artikel 6 Herkansing De student kan slechts eenmaal de tentamens van de modules herkansen met dien verstande dat een cijfer groter dan of gelijk aan zes niet wordt herkanst. Artikel 7 Bekendmaking resultaten Binnen vijftien werkdagen na afloop van een examenonderdeel worden de resultaten door het Bureau Onderwijs bekendgemaakt. Artikel 8 Nabespreking Gedurende een termijn van twee weken, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag dan wel op de dag na de collectieve nabespreking, kan de student die een examenonderdeel schriftelijk heeft afgelegd de Examencommissie dan wel de examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de Examencommissie dan wel examinator te bepalen wijze. Artikel 9 Afstuderen De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast nadat de student alle modules van de opleiding heeft behaald en nadat het College van bestuur of daartoe aangewezen afdelingen hebben verklaard dat aan alle procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Alle modules die opgenomen zijn binnen de masteropleiding worden meegenomen bij de beoordeling van het examen. Modules die een student wil toevoegen aan of weglaten uit zijn programma moeten worden “omgeboekt” naar de masteropleiding of naar de opleiding “extra-curricular courses”. Nadat deelname aan de laatste toetsen staat het programma van de student vast; de student kan dan niet langer modules omboeken van zijn master naar de 13

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

opleiding “extra-currricular courses”. De afstudeerdatum wordt altijd op de laatste dag van de maand vastgesteld waarin de student aan alle vereisten van de masteropleiding en – inschrijving voldoet. De student die zijn afstuderen wil uitstellen dient hiertoe een verzoek in bij de Examencommissie voordat hij aan de laatste toetsen van de opleiding deelneemt. Nadat uitstel van zijn afstuderen is goedgekeurd, dient hij zelf bij de Examencommissie een verzoek tot afstuderen in te dienen voor de 15de van de maand waarin hij wil afstuderen. Artikel 10 Judicium ‘cum laude’ 1. Aan het masterexamen wordt het judicium ‘cum laude’ gehecht indien de student tijdens het afleggen van het examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid. 2. Van uitzonderlijke bekwaamheid als bedoeld in het voorgaande lid is bedoeld dat: · alle tentamens zonder herkansing zijn behaald; en · het niet-afgeronde gewogen gemiddelde voor de opleiding acht of hoger is, waarbij geen cijfer lager is dan een zes; en · de scriptie beoordeeld is met minimaal een acht en een half; of · zowel stageverslag als stagescriptie met minimaal een 8.5 zijn beoordeeld. 3. Indien de student niet deelneemt aan een tentamen van een module of zijn laatste werk (Scriptie, danwel zowel Stageverslag als Stagescriptie) niet voor de eerste toetskans inlevert, krijgt hij/zij een No Grade, hetgeen een Cum Laude afstuderen onmogelijk maakt. Artikel 11 Grade Point Average en Progress Rate Er worden in SLM twee waardes bepaald die zowel live berekend kunnen worden als opgeslagen kunnen worden: · Het Opleidings GPA · De Progress Rate Opleidings GPA Elk academisch jaar, na afloop van het eenjarig master programma, bepaalt de Examencommissie het zogeheten opleidings Grade Point Average (GPA) van iedere student van de faculteit en slaat dit als vaste waarde op. De Examencommissie kan studenten een verklaring over hun opgeslagen GPA verstrekken indien zij hiertoe een gemotiveerd verzoek indienen (bijvoorbeeld voor een aanmelding voor een ander master programma). Uitgangspunt (zie toelichting): · Het opleidings GPA wordt berekend over de aan de UM behaalde onderdelen van de eigen opleiding. · Onvoldoendes voor programma modules (dus waarvoor geen credits zijn toegekend in SLM) tellen wel mee in het opleidings GPA. · Als er meer dan 1 resultaat is vastgelegd (door herkansingen bijvoorbeeld) telt het hoogste cijfer mee. Het GPA wordt als volgt berekend: ((Cijfer * Aantal te behalen credits van modules van de opleiding waaraan is deelgenomen of waarvan toets is gedaan) + (Cijfer * Aantal te behalen credits van modules van de opleiding waaraan is deelgenomen of waarvan toets is gedaan) + …) / Totaal aantal te behalen credits voor modules van de opleiding waaraan is deelgenomen/ of waarvan toets is gedaan. Toelichting. · Resultaten van modules die buiten de UM behaald zijn tellen nooit mee in het GPA. · Resultaten van modules van buiten de eigen opleiding tellen niet mee in het GPA. Hieronder vallen ook minors of modules van andere UM faculteiten, tenzij deze expliciet worden aangeboden als onderdeel van het programma, bijvoorbeeld als keuzeonderdelen van de bachelorprogramma´s. · Indien een student modules binnen de UM volgt die geen onderdeel van het programma zijn (bijvoorbeeld minors of vakken van andere UM faculteiten) dan 14

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

·

vormen deze onderdeel van de opleiding “extracurricular courses” en deze resultaten worden niet meegenomen in het opleidings GPA. Indien een student zulke minor of modules wil opnemen in zijn bachelor of master programma (bijvoorbeeld als keuzeonderdelen van het programma), dan zal hij een verzoek bij de Examencommissie moeten indienen. Als deze het verzoek honoreert, zullen deze modules worden opgenomen in het programma waarna deze ook deel zullen uitmaken van het opleidings GPA.

Progress Rate Aantal behaalde credits binnen het eigen curriculum van de opleiding / nominaal aantal te behalen credits binnen het eigen curriculum van de opleiding Artikel 12 Orde Gedragsregels die gelden tijdens het afnemen van toetsen zijn uiteengezet in het Reglement van orde bij toetsen (zie Appendix IV van de Regels in Richtlijnen). Artikel 13 Fraude, waaronder ook plagiaat wordt begrepen 1. Indien de Examencommissie vaststelt dat een student bij enig tentamen of tentamenonderdeel: a. ongeoorloofde hulpmiddelen, teksten of aantekeningen voor handen heeft gehad, dan wel gebruik heeft gemaakt van ongeoorloofde elektronische hulpmiddelen en/of communicatiemiddelen; b. verbaal of door middel van gebaren zonder toestemming van een surveillant, examinator of lid van de Examencommissie heeft gecommuniceerd of getracht te communiceren met een medestudent; c. heeft afgekeken of heeft getracht af te kijken, dan wel de gelegenheid tot afkijken heeft gegeven; d. zich heeft uitgegeven dan wel laten uitgeven voor iemand anders; e. de Examencommissie, corrector, examinator dan wel surveillant ten aanzien van de tentaminering opzettelijk heeft misleid, althans heeft getracht te misleiden of de gelegenheid daartoe heeft gegeven; f. heeft hetzelfde paper, of een substantieel deel daarvan, voor meer dan een module ingediend, kan de Examencommissie een maatregel opleggen als genoemd in lid 4 van dit artikel. 2. Indien de Examencommissie vaststelt dat een student bij enig tentamen of tentamenonderdeel plagiaat heeft gepleegd, waaronder onder andere wordt begrepen indien de student: a. gebruik heeft gemaakt dan wel heeft overgenomen van eigen of andermans teksten, gegevens, ideeën of gedachten zonder correcte bronvermelding; b. de structuur dan wel het centrale gedachtegoed uit bronnen van derden als eigen werk of eigen gedachten heeft gepresenteerd; c. niet duidelijk heeft aangegeven in de tekst, bijvoorbeeld via aanhalingstekens of een bepaalde vormgeving, dat letterlijke of bijna letterlijke citaten werden overgenomen; d. de inhoud van eigen of andermans teksten heeft geparafraseerd zonder correcte bronvermelding; e. beeld-, geluids- of testmateriaal, software en programmacodes heeft overgenomen van anderen zonder correcte bronverwijzing en het zodoende heeft laten doorgaan voor eigen werk; f. werk heeft overgenomen van medestudenten en dit heeft laten doorgaan voor eigen werk; g. werk(stukken) heeft ingediend die verworven zijn van een derde of die –al dan niet tegen betaling- door iemand anders zijn geschreven en dit heeft laten doorgaan voor eigen werk; h. het systematisch gebruik van “mixed unicode-scripts” of andere manipulaties van de tekst van een werkstuk die elektronische detective van gekopieerde tekstfragmenten belemmeren; het gebruik van een verdoezelingsmethode zal worden gezien als fraude/plagiaat, kan de Examencommissie een maatregel opleggen als genoemd in lid 4 van dit artikel. 15

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

3. Indien de Examencommissie vaststelt dat een student bij enig tentamen of tentamenonderdeel zich anderszins aan fraude heeft schuldig gemaakt, kan de Examencommissie een maatregel opleggen als genoemd in lid 4 van dit artikel. 4. In de onder lid 1, lid 2 en of lid 3 bedoelde gevallen kan de Examencommissie het resultaat van het desbetreffende tentamen ongeldig verklaren en voorts de volgende maatregelen opleggen: berisping; uitsluiting van (verdere) deelname aan een of meer tentamens van de opleiding voor een periode van ten hoogste één jaar. De Examencommissie kan in ernstige gevallen van fraude het College van Bestuur voorstellen om de inschrijving van de betrokken student(en) voor de opleiding definitief te beëindigen. 5. Alvorens de Examencommissie een passende maatregel neemt, wordt betrokken student in de gelegenheid gesteld terzake te worden gehoord. 6. Indien fraude is vastgesteld, wordt dit opgenomen in het dossier van betrokken student. 7. Indien na onderzoek uiteindelijk wordt vastgesteld dat betrokken student zich niet schuldig heeft gemaakt aan fraude, wordt de student hiervan in kennis gesteld waarna alle correspondentie over de vermeende fraude wordt opgenomen in het dossier van betrokken student. 8. De Examencommissie verleent geen vrijstelling op grond van buiten de eigen opleiding behaalde onderwijsresultaten, behaald in de periode waarvoor de student op basis van gepleegde fraude was uitgesloten van deelname aan tentamens van de opleiding. Artikel 14 Wijziging regels en richtlijnen Een voorwaarde voor het tussentijds wijzigen van de regels en richtlijnen is dat hierdoor de belangen van de studenten redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 15 Hardheidsclausule De Examencommissie is bevoegd in individuele gevallen van deze regeling af te wijken, indien onverkorte toepassing naar haar mening gezien de bijzondere omstandigheden zal leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 16 Inwerkingtreding De Regels en Richtlijnen treden in werking op 1 september 2013.

16

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Bijlage I, Regels en Richtlijnen

Reglement Stage 1.

De student kan een stage lopen bij een bedrijf of instelling, met inachtneming van het bepaalde daaromtrent in het reglement.

2.

De student doet een voorstel ten aanzien van de stageplaats, stage-inhoud en facultair stagebegeleider en legt dit ter goedkeuring voor aan de module D en E coördinatoren van ALS en PS.

3.

De student legt contact met de stage-instelling (c.q. instellingsbegeleider). De student overlegt met zowel instellings- als facultaire begeleider over de inhoud en duur van de stage.

4.

Voor elke stage wordt een stagecontract opgesteld, waarin afspraken worden vastgelegd tussen de stage-instelling, de facultaire begeleider en de student. Hierin worden tenminste de volgende zaken geregeld: - de formulering van de stagedoelstellingen; - tijd en duur van de stage; - tijdsplanning en wijze van verslaglegging en/of beoordeling; - de rollen van de instellingsbegeleider en de facultaire begeleider; - de frequentie van het contact met de instellingsbegeleider en de facultaire begeleider. Dit stagecontract wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de module D en E coördinatoren.

5.

De beoordeling van de stage bestaat uit drie elementen (totaal 24 studiepunten): een beoordeling door de instellingsbegeleider op basis van participatie stage; en een stageverslag dat beoordeeld wordt door de facultaire stagebegeleider (in de persoon van de module D en E coördinator) gehoord hebbende de instellingsbegeleider, en een tweede facultaire examinator; en een individuele stagescriptie met een minimum van 12.500 woorden die beoordeeld wordt door de facultaire begeleider en een tweede facultaire examinator.

6.

De student dient zowel stageverslag als stagescriptie in via SafeAssign.

17

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Bijlage II, Regels en Richtlijnen

Reglement scriptie

1.

De scriptie wordt door een student individueel geschreven. Als richtlijn voor de omvang geldt een minimum van 25.000 woorden, exclusief voetnoten, literatuurvermelding en figuren.

2.

De student legt de module D en E coördinator ter goedkeuring een voorstel voor de scriptie en de naam van de facultair begeleider voor aan het einde van module D.

3.

Bij de beoordeling wordt onder meer gelet op: o probleemstelling o opbouw o argumentatie o gebruikte methoden o gebruikte theorieën o stijl o originaliteit

4.

De scriptie wordt individueel beoordeeld door minimaal twee examinatoren beoordeeld (onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie): de facultaire begeleider en een tweede facultaire examinator.

5.

De student levert de scriptie in via SafeAssign.

18

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Bijlage III, Regels en Richtlijnen

Assessment written assignments In grading all written assignments we use the following set of four criteria: 1. Academic relevance You need to engage in ongoing academic debates by employing current theories or theoretical perspectives developed in various research traditions and disciplines which make up the study of culture. Academic relevance is not (just) a matter of mechanically applying theories; you need to develop an independent position, critically reflect on the rhetorics and underlying assumptions of scientific texts, policy papers, controversies in the media, etc. Remember that in our master program we focus on conceptual problems instead of practical problems: “In academic research, a conceptual problem arises when we simply do not understand something about the world as well as we would like. We solve a conceptual problem not by doing something to change the world but by answering a question that helps us understand it better” (Booth, Colomb & Williams 2008, p. 53). 2. Argumentative force You need to develop a convincing and informed argument which structures the whole of your written assignment (see Booth, Colomb & Williams 2008, Ch. 7). By ‘informed’ we mean that what makes a written assignment academic is first and foremost not a personal response but a response to the literature on the topic you have chosen. Crucial elements in the argument are: relevant research question(s), a well-defined research problem, a clear claim (see Booth, Colomb & Williams 2008, resp. Ch. 3, 4, and 8) and a conclusion which refers back to the claim you have made, in other words: we expect a well-build structure which guides the reader from the claim to the final conclusion. In longer written assignments the separate chapters and paragraphs form the building blocks of this overall structure. 3. Style and grammar You need to pay attention to style and grammar: grammatically correct sentences, spelling, interpunction, etc. A well-written text is more than a grammatically correct text: pay attention to style, the fluent sequence of sentences, clear paragraphs which contain the smallest steps in your argument and all those other features which makes a text pleasant and convincing to read. 4. Formal requirements You need to pay attention to the formal requirements of academic writing at our faculty, outlined in the Style sheet AC and in the course book: number of words, intext references (author, year of publication plus page number(s)), list of used literature, use of internet sources, etc. Please study the paragraph on plagiarism in the Style Sheet well.

19

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Bijlage IV, Regels en Richtlijnen

Reglement van Orde bij Toetsen Dit Reglement van orde is van toepassing op alle schriftelijke toetsen die worden afgenomen op daartoe door of namens de Examencommissie van de Faculteit of School die de toets aanbiedt, aangewezen locaties. Het Reglement dat vanaf september 2013 van toepassing is wordt voor aanvang van het academisch jaar 2013/14 op FASoS Intranet gepubliceerd. Vanaf 2011-2012 worden besluiten over examendata en toetstijden niet langer op facultair niveau genomen maar UM-breed vastgelegd. Dat betekent dat toetsen kunnen plaatsvinden van maandag t/m vrijdag van de laatste week van een periode en dat avondtoetsen niet kunnen worden uitgesloten.

20

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Bijlage V, Regels en Richtlijnen

Het “Schakeljaar” Studenten die een relevante HBO-opleiding hebben afgerond, kunnen verzoeken om toelating tot het zogeheten schakeljaar bestaande uit 60 studiepunten (ects). De geselecteerde student wordt na succesvolle afronding van dat schakeljaar toelating verleend tot de tracks ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’ van de Master Kunst- & Cultuurwetenschappen. De Toelatingscommissie (als genoemd in paragraaf 4) bepaalt of een student tot dit schakeljaar kan worden toegelaten en bepaalt vervolgens de inhoud van het schakeljaar voor de toegelaten student. De Toelatingscommissie kijkt hierbij naar de relevantie van de afgeronde HBO-opleiding en de taalvaardigheid van de kandidaat. Studenten die zich aanmelden voor de Nederlandstalige master Kunst- en Cultuurwetenschappen dienen Nederlands als moedertaal te hebben, danwel een bewijs van voldoende Nederlandse taalvaardigheid te overleggen: NT2 (Nederlands als tweede taal). Aanmelding dient te geschieden voor 1 juni 2013. Geïnteresseerden dienen zich niet aan te melden via Studielink. Zij kunnen hun aanmelding, bestaande uit een hun motivatiebrief, bewijs van voldoende Nederlandse taalvaardigheid (indien van toepassing) en gecertificeerde kopieën van hun HBO-opleiding (diploma en cijferlijst; indien het diploma nog niet is behaald, alleen een cijferlijst) opsturen naar de Admission Officer van de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen. Na beoordeling van het dossier ontvangt de student een beschikking waarin hij/zij wordt bericht over acceptatie danwel afwijzing voor het schakeljaar. De geselecteerde student kan zich vervolgens inschrijven als onderwijscontractant voor een heel academisch jaar waarbinnen hij/zij de vooraf vastgestelde 60 ects van het schakeljaar kan behalen. De kosten voor 2013/14 worden door de UM vastgesteld. Het contract wordt aangegaan voor het hele studiejaar. Kandidaten hebben geen recht op studiefinanciering. Aanmelding via: Claudia Wolters Master Admissions - Schakeljaar Master Kunst- & Cultuurwetenschappen Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht

21

Master Kunst- & Cultuurwetenschappen: ‘Kunst, Literatuur en Samenleving’ en ‘Politiek en Samenleving’

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Delena Feil

Last Updated: 04/20/2023

Views: 5863

Rating: 4.4 / 5 (45 voted)

Reviews: 92% of readers found this page helpful

Author information

Name: Delena Feil

Birthday: 1998-08-29

Address: 747 Lubowitz Run, Sidmouth, HI 90646-5543

Phone: +99513241752844

Job: Design Supervisor

Hobby: Digital arts, Lacemaking, Air sports, Running, Scouting, Shooting, Puzzles

Introduction: My name is Delena Feil, I am a clean, splendid, calm, fancy, jolly, bright, faithful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.